Snoeiwerkzaamheden kerkdijk

Eind januari zijn er in het kader van boom veiligheid snoeiwerkzaamheden uitgevoerd in de randbeplanting langs het voet/fietspad tussen kerkebos en Wilhelminalaan in ‘s Gravenmoer. Er zijn diverse dode bomen ecologisch gekapt en er is op enkele plaatsen doodhout uit bomen verwijderd.
De grootste ingreep heeft plaatsgevonden bij enkele grote beukenbomen waaronder  ook één van de dikste beukenbomen in 's Gravenmoer. Alle takken zijn er afgezaagd en er staan alleen nog stammen met takstompen. Deze werkwijze noemt men kandelaberen en is noodzakelijk als de beuk zwaar is aangetast door diverse parasitaire houtschimmels. 

Foto onder een gekandelaberde beuk in de kerkdijk.

De beuken, waarvan nu alleen nog maar een de stammen met takstompen staan zijn aangetast door de reuzenzwam, de platte- en echte tonderzwam. Een reuze zwam veroorzaakt rot in de wortels. In relatief korte tijd kunnen grote delen van het wortelgestel wegrotten. De rotting begint aan onderzijde van de wortel. Bij een gevorderde aantasting gaat de conditie van de boom sterk achteruit.                                                                           De platte tonderzwam infecteert verzwakte bomen en veroorzaakt eveneens rot in de wortels en stamvoet. De echte tonderzwam komt hoofdzakelijk voor op oudere bomen met een slechte conditie en veroorzaakt witrot waardoor stam- of takbreuk kan optreden. Bestrijding van zowel de reuzenzwam, de platte- en echte tonderzwam is niet mogelijk.Wanneer een boom eenmaal aangetast is met met de voornoemde zwammen is het een onomkeerbaar proces. De voornoemde houtschimmels hebben er voor gezorgd dat de beuken instabiel zijn geworden en bij storm om zouden kunnen omvallen

                       foto onder: de reuzenzwam.                                              foto onder: de platte tonderzwam.

foto onder: de echte tonderzwam.

De gekandelaberde beukenbomen zullen de toegepaste snoeitechniek helaas niet overleven. Toch heeft men er voor gekozen de bomen niet geheel te verwijderen maar de stam met de takstompen te laten staan. Ze zijn aantrekkelijk voor insecten, schimmels en sommige vogelsoorten. Het afkomend stamhout en takhout is verwerkt op rillen in de aangrenzende beplantingsstrook. Een takkenril bied en goede nest-, voedsel- en schuilgelegenheid. Amfibieën en reptielen vinden er een plek om te overwinteren. Ook paddenstoelen, varens en andere plantensoorten vinden er een uitstekend onderkomen. Zelfs enkele vlindersoorten zetten hun eitjes af op dood hout. Heel veel insecten maken gebruik van de beschermde plekjes in de takkenril om te schuilen.

                                foto onder: Het afkomend stamhout en takhout is verwerkt op rillen.